Waarom bevat de Engelse taal zoveel leenwoorden?

Grant Robinson
V
Vanaf het allereerste begin leende het Engels woorden van andere talen. Wat begon als een ratjetoe van Germaanse dialecten, ontwikkelde zich tot de beschrijvende en soms verwarrende Engelse taal van nu.

 

LEENWOORDEN VANAF HET BEGIN

Het Engels is altijd een taal geweest die woorden uit andere talen heeft overgenomen. De Engelse taal die we vandaag de dag kennen, is een rijke mix van leenwoorden. Zo bestaat het voor ten minste 80% uit geleende woorden. Het Engels zagen mensen ooit als de gemeenschappelijke taal van plattelanders. In de kerk en de rechtbank werd echter Latijn en Frans gesproken. Vanaf het allereerste begin was de ratjetoe van Germaanse dialecten, het latere Engels, aan verandering onderhevig. Mede dankzij de Scandinavische Vikingen. Later werd de taal rijker. Er werden talrijke Franse woorden aan toegevoegd als gevolg van de machtsstrijd tussen koningshuizen. Dat heeft het Oudengels gevormd. De taal leende meer dan 10.000 woorden tijdens deze tumultueuze perioden, die we nog steeds gebruiken. Denk aan crown, peace, herb en banquet.
 

 

NIET ALLEEN GELEEND, MAAR OOK VERZONNEN!

Vervolgens ontwikkelde de taal zich tot het Vroeg- en Middelengels. Geoffrey Chaucer introduceerde daarbij meer dan 2000 woorden. Een paar voorbeelden daarvan: friendly, learning, galaxy en universe. Later deed Shakespeare hetzelfde. Hij introduceerde meer dan 1700 nieuwe woorden in het lexicon. Vandaag de dag gebruiken we die nog steeds. In deze periode ontstond ook de grote klinkerverschuiving in de Engelse taal. Daardoor verschoof de uitspraak van de Latijnse wortels naar uniek Engels. Daarna, vanaf de zestiende eeuw tot nu, ontstond het modern Engels. Een tijdreiziger die terug zou gaan naar het Londen van 1580 zou het lokale patois en geschreven woord vrij goed begrijpen.
 
Daarna, vanaf de zestiende eeuw tot nu, ontstond het modern Engels.
 

MULTICULTUREEL ENGELS

Tijdens elke fase van haar ontwikkeling heeft het Engels woorden overgenomen. Onder andere van de op Latijn gebaseerde Romaanse talen van Europa, vooral het Frans. Maar ook andere talen zijn in de loop der tijd geplunderd voor leenwoorden. We geven een aantal voorbeelden: Nederlands—coleslaw, boss en booze; Japans—typhoon, tsunami en sushi; Portugees—banana, baroque en flamingo; Arabisch—alcohol, apricot en orange; Sanskriet—grass, committee en love; Russisch—balaclava, mammoth en pogrom; en zelfs Swahili—Jenga en mamba. Het modern Engels leent nog steeds van andere talen. Dat is geen verrassing. Het is de westerse lingua franca die we steeds algemener gebruiken. Om stevig overeind te blijven in een wereld die sterk onderling verbonden is, neemt het Engels woorden over van andere talen, vakgebieden, technologische ontwikkelingen en straattaal.
 

WAT ZIJN LEENWOORDEN?

Er zijn twee soorten leenwoorden—populaire leenwoorden en geleerde leenwoorden. De eerste zijn woorden die algemeen voorkomen in de alledaagse taal. Een specialist hoeft ze niet te interpreteren. Uit de wijze van de spelling blijkt dat het om ‘vreemde’ woorden gaat. Ze vereisen echter geen verklaring voor hun betekenis. Geleerde leenwoorden lenen we echter meestal uit technische of wetenschappelijke vakgebieden. Denk hierbij aan woorden in de wet, geneeskunde, overheidsteksten, religie en literatuur. Deze termen komen niet voor in het dagelijkse taalgebruik. Ze zijn meestal alleen duidelijk voor de gebruikers in het specifieke vakgebied.
Af en toe is er een mix van beide soorten leenwoorden. Een voorbeeld is ballet; een geleend Frans woord. Vrijwel iedereen weet dat het verwijst naar een vorm van artistieke dans. We kunnen veilig stellen dat alle Engels sprekenden weten wat ballet is. Veel termen bij deze dans, waarmee technieken of specifieke bewegingen worden beschreven, zijn echter niet bekend bij mensen buiten de danswereld.
 
We kunnen veilig stellen dat alle Engels sprekenden weten wat ballet is.
 
Lenen is een technische metafoor die lexicografen gebruiken om woorden te beschrijven die zijn overgenomen uit andere talen. Het Engels heeft ook haar stempel gedrukt op andere talen. Maar dat is een verhaal op zich. Ontmoeten twee culturele gemeenschappen elkaar, die verschillende talen spreken? Dan beïnvloeden beide talen elkaar gegarandeerd. Als er al een woord voor een buitenlandse voorwerp bestaat in een ander land, dan is het makkelijker om dit bestaande woord te lenen. In de loop der tijd verengelst de spelling en uitspraak. Uiteindelijk raakt het woord verankerd in de taal. Als de betekenis eenmaal geen verklaring meer vereist, beschouwen we het als conventioneel. Het is veel simpeler een banaan banana te noemen als de lokale bevolking het al zo noemt, dan een compleet nieuw woord te verzinnen.
 

GRAPPIG DOORDAT HET LASTIG IS

Veel humoristen maken grapjes over vreemde elementen in het Engels. Waarom zijn uitspraken niet fonetisch of waarom vereisen onderwerpen verschillende meervoudsvormen? Dat voert allemaal terug op Ye Olde Times (destijds uitgesproken als ‘The Old Times’). In die tijd behielden overgenomen woorden de spelling van het oorspronkelijke woord. De uitspraak verengelste naar verloop van eeuwen steeds iets meer. Het Engels is soms inderdaad vreemd; GHOTI spreek je uit als fish.
 

HET ENGELS—DE LINGUÏSTISCHE SMELTKROES

Het hangt ervan af hoever we teruggaan in de tijd, maar we kunnen stellen dat het Engels al zeer lang uit leenwoorden bestaat. In de loop der eeuwen zijn diverse fasen te onderscheiden in de ontwikkeling ervan. Mensen vochten oorlogen uit en heersers verschenen en verdwenen. Allen lieten ze een handjevol woorden achter. En in de tijd dat de handel en kennis geavanceerder werd, veranderde het Engels steeds meer. Het Engels is altijd al aan verandering onderhevig geweest…