Waar komen de namen van de kalendermaanden vandaan?

Eva Mohyrova
I
In de loop der jaren zijn we gewend geraakt aan de namen van de maanden op onze kalender. Maar heeft u enig idee waar deze benamingen vandaan komen? In dit artikel onderzoeken we hoe elke maand, van januari tot en met december, aan haar naam is gekomen.

We weten allemaal dat het jaar begint met januari en eindigt in december (met daartussenin nog tien andere maanden). Wat velen echter niet weten, is hoe ze aan hun naam zijn gekomen. Misschien bent u er benieuwd naar of heeft u er nog nooit over nagedacht. Maar aan het eind van dit artikel heeft u alle antwoorden. En het wordt heel leuk. Echt waar!
 

JANUARI

Januari is de maand waarin mensen het meest nadenken over hun leven. Ze schrijven ideeën op en beginnen met nieuwe hoop en verwachtingen voor het komende jaar. Met dat in gedachten is het logisch dat januari is vernoemd naar de Romeinse god Janus.
In de Romeinse mythologie heeft Janus twee hoofden die in tegenovergestelde richting kijken. Een hoofd kijkt naar het verleden en observeert het jaar dat is afgelopen. Het andere kijkt naar de toekomst en hoopt het beste voor het komende jaar. Janus is de god van bruggen, deuren, poorten en andere dingen die een begin, einde of overgang vertegenwoordigen.
 

FEBRUARI

Februari is de kortste maand van het jaar. Maar voor mensen die in koude, sneeuwrijke klimaten leven, voelt het vaak als de langste.
Een van de meest interessante dingen van januari en februari is dat deze twee maanden vroeger niet bestonden. De oorspronkelijke Romeinse kalender telde tot 713 v.Chr. slechts tien maanden. Toen besloot Numa Pompilius er twee toe te voegen. Hij wilde zich aanpassen aan de tijd die de aarde nodig had om rond de zon te draaien.
Februari is vernoemd naar Februa, het Romeinse festival van zuivering, waarbij mensen zich ritueel lieten wassen. Maar in Engeland werd die naam niet altijd gebruikt. Het Oudengels kent twee namen voor deze maand: Sol-monath (“moddermaand”), die het meest werd gehanteerd en Kale-monath (“koolmaand”), die minder gebruikelijk was.
 

MAART

Maart is tegenwoordig de derde maand van het jaar, maar dat is niet altijd zo geweest. De naam is afgeleid van het Latijnse woord Martius (vernoemd naar Mars, de god van de oorlog in de Romeinse mythologie). Dat is waarschijnlijk te danken aan het feit dat de Romeinen deze maand gebruikten voor de voorbereiding op de komende zomer. Het was de periode waarin veldtochten werden voorbereid.
Op de Romeinse kalender was Martius de eerste maand van het jaar. Dat is het bovendien nog steeds in sommige culturen en religies.
 

APRIL

Net zoals de namen van veel andere maanden bestaat het woord “april” al sinds 700 v.Chr. Maar in dit geval weten we niet zeker waar de oorsprong ligt. Er zijn echter een paar algemene theorieën.
Volgens een van die theorieën komt het woord “april” van het Latijnse “aprilis”. Deze term is afgeleid van een ander Latijns begrip—”aperire” en dat betekent “openen”. Op het Noordelijk Halfrond is april de maand waarin bomen en bloemen gaan bloeien en knoppen opengaan. Dat zou een goede verklaring kunnen zijn voor de naam.
Volgens een andere theorie is april een van de vele maanden op de Gregoriaanse kalender die is vernoemd naar een god of godin. In dit geval zou April of Aphrilis afgeleid zijn van Aphrodite, de godin van de liefde (in de Romeinse mythologie heet ze Venus).
 
Op het Noordelijk Halfrond is april de maand waarin bomen en bloemen gaan bloeien en knoppen opengaan.
 

MEI

Mei is wellicht vernoemd naar de godin Maia. Maar we weten niet precies naar welke, omdat er twee van zijn.
De Griekse godin Maia was de moeder van Hermes, die later de boodschapper werd van alle Griekse goden. Ze was een van de Pleiaden, die later werden gezien als de compagnons van Artemis.
Maar de Romeinen hadden ook een godin die Maia heette. Haar naam is afgeleid van het Latijnse woord “maius”, wat “groot” betekent. Zij was de godin die werd geassocieerd met lente en groei.
 

JUNI

Juni komt van Iūnius, wat “gewijd aan Juno” betekent. Juno is de naam van een andere Romeinse godin. Haar rol in het Romeinse pantheon is vergelijkbaar met die van de Griekse godin Hera.
Juno was de beschermheilige van Rome. In sommige bronnen (zoals Aeneid, geschreven door Virgil) wordt ze afgeschilderd als een wrede vrouw. Maar in andere werken is ze de godin van geboorte en het huwelijk. In feite was het een algemeen gebruik om in juni te trouwen. Mensen geloofden namelijk dat ze dan de zegen van Juno kregen—en die traditie leeft ook tegenwoordig nog.
 

JULI

Juli heette eerst Quintus (“vijfde maand” in het Latijn). Maar het kreeg later een andere naam ter ere van de Romeinse politicus, militair generaal en historicus Julius Caesar.
In feite was Caesar degene die het kalendersysteem heeft veranderd tot het systeem wat we vandaag de dag nog steeds kennen. Hij introduceerde een jaar van 365 dagen, met elke vier jaar een schrikkeljaar van 366 dagen.
 

AUGUSTUS

Net als juli had augustus vroeger een andere naam. De maand heette Sextilus (“zesde maand” in het Latijn). Pas in het jaar 8 v.Chr. werd de naam veranderd ter ere van Imperator Caesar Augustus, de eerste Romeinse Keizer.
Augustus was de achterneef van Julius Caesar. Bij zijn geboorte kreeg hij de naam Gaius Octavius, maar na de moord op Caesar veranderde hij die. In 44 v.Chr. nam hij de naam Gaius Julius Caesar Octavianus aan. Maar in veel teksten wordt hij Octavianus genoemd. In 27 v.Chr. werd hij keizer en kreeg hij de eretitel Augustus.
 
Net als juli had augustus vroeger een andere naam.
 

SEPTEMBER

Op de oorspronkelijke Romeinse kalender, was september de zevende maand van het jaar, vandaar de naam. Het woord komt van de Latijnse stam “septem”, wat “zeven” betekent. In eerste instantie hadden de eerste zes maanden van de Romeinse kalender (die tien maanden telde) een naam die verwees naar een nummer. Hoewel juli en augustus later een andere benaming kregen, hebben september en de daaropvolgende maanden nog steeds eentje die verwijst naar een nummer.
 

OKTOBER

Oktober komt van de Latijnse stam “octo” wat “acht” betekent, zoals u waarschijnlijk al had geraden. Die naam werd in het Oudengels geïntroduceerd via het Oudfrans. Het was de vervanger van de oudere benaming voor de maand, namelijk Winterfylleð (“wintermaand”).
 

NOVEMBER

Net als de twee voorgaande maanden, is ook deze maand vernoemd naar een Latijnse stam. In dit geval “novem”, wat “negen” betekent.
In het Oudengels werd deze maand Blōtmōnað (“bloedmaand”) genoemd. Deze morbide naam werd gekozen omdat november voor de vroege Saksen de periode was waarin ze voedsel opslagen voor de winter. Ze slachtten veel dieren waarbij veel dierlijk bloed vloeide.
 

DECEMBER

December heeft ook een Latijnse herkomst: “decem” betekent “tien”. In het Oudengels werd de maand Ǣrra Gēola of Gēolmōnað (“yule maand”) genoemd.
De vroege Saksen noemden december en januari “yuletide”—een periode waarin ze het midwinterseizoen vierden. Daarom kozen ze voor de naam Gēolmōnað.
 

DE MAANDEN ZIJN SLECHTS HET BEGIN

Het Engels bevat veel leenwoorden en de namen van de maanden zijn daarop geen uitzondering. Nu u weet wat hun herkomst is, hebt u leuke feitjes om te vertellen tijdens verjaardagen. Of laat u inspireren tot nader onderzoek in de uitgebreide wereld van taal. We beloven u dat er nog veel meer te ontdekken valt!